Diversiteit waarnemen

Diversiteit waarnemen in de klas, op school en daarbuiten

Diversiteit is alomtegenwoordig. In elke klas, school krijgen studenten te maken met diversiteit. Vandaar het belang van leren omgaan met de aanwezige diversiteit in de klas /school. Om dit te kunnen doen, moet de student zich ten volle bewust zijn van de diversiteit. (cf. normaliteit)

Observeren van diversiteit is een basishouding. De eigen houding en ingesteldheid is belangrijk om de diversiteit van jongeren en kinderen te kunnen waarnemen. Om anderen te leren kennen, is het belangrijk om zich bewust te worden van de eigen vooroordelen en veralgemeningen en ze proberen bij te sturen. (cf. onbevooroordeeldheid en non-discriminatie)

We gaan uit van het principe van “breed observeren”.  Elke leerkracht observeert dagelijks, maar dit beperkt zich meestal tot observatie van didactische processen in lessituaties.  Observeren wordt interessant als we kijken hoe jongeren en kinderen met elkaar omgaan, als we op zoek gaan naar de bronnen van diversiteit in onze klas en proberen zicht te krijgen op de gelijkenissen en verschillen, maar vooral op wat jongeren en kinderen daarmee doen. Via breed observeren blijven we alert voor de diversiteit, de betekenissen die jongeren / kinderen daaraan geven, de perspectieven en de competenties waarop verder gebouwd kan worden.

Breed observeren betekent dus ook dat wat je observeert niet meteen wordt geïnterpreteerd.  De eigen gevoeligheden en eigen beleving zal de situatie anders inkleuren. Ook de kijk op de jongeren / kinderen, hun ouders en hun achtergrond beïnvloedt onze verwachtingen. En via onze verwachtingen ook ons gedrag. Het innemen van andere standpunten kan helpen om meer aspecten te belichten en het zal naar begeleiding toe meer bruikbare gegevens verschaffen.

Subcompetenties

Chart

Omgaan met diversiteit in het beroepsprofiel en de basiscompetenties van de leraar

1. Functioneel geheel 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

1.1 De beginsituatie van de kleuters / leerlingen en de groep achterhalen

1.9. Observeren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie

6. Functioneel geheel 6: de leraar als partner van ouders / verzorgers

6.1. Zich op de hoogte stellen van en discreet omgaan met gegevens over het kind / de leerling

Attitudes:

  • A3 kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.

Evalueren & observeren

Als veel studenten (niet) goed scoren met betrekking tot deze competentie, hoe zou je dit kunnen verklaren?

Om deze competentie op te volgen, is het belangrijk om met volgende punten rekening te houden:

  • Informatie verzamelen over een langere tijdsperiode,
  • in verschillende situaties en
  • vanuit verschillende perspectieven.

Verschillende situaties:

  • Binnen een artificiële context bvb. opdracht binnen de les
  • elkaar observeren
  • observatie videofragment
  • Binnen een authentieke context bvb. als stageopdracht
  • leerling(en) observeren
  • gebruik verschillende criteria om te observeren
  • Nabespreking
  • Videocoaching
  • Intervisie
  • Algemeen
  • Hoe breed observeren?
  • Hoe kan breed observeren vorm krijgen?
  • Haalbaarheid?
  • Meerwaarde?
  • ...
  • Gehanteerde criteria?
  • Omgangsvormen, vaardigheden en interesses van jongeren / kinderen.
  • Het bekijken van jongeren / kinderen als “individuen” (eerder dan als lid van één of andere groep).
  • Het bewust kijken naar de verscheiden leefwereld van jongeren / kinderen.
  • Het gericht zoeken naar kwaliteiten van jongeren / kinderen. ~meervoudige intelligenties, competenties,…
  • Het kijken naar wat voor de jongeren / kinderen zelf belangrijk is in welke situatie.

 

Verschillende perspectieven:

  • Perspectief van medestudenten
  • Perspectief van student zelf bvb. aan de hand van een portfolio
  • Perspectief van de lerarenopleider
  • Perspectief van de stagementor

Zie activiteit stage-opdracht.

Activiteiten

Interpreteren & analyseren

Mogelijke acties

  • Heb voldoende aandacht voor breed observeren. Integreer dit in je les praktijk en leer studenten om dit te doen (zie concrete inhouden en activiteiten).
  • Reflecteer met je studenten wat men allemaal kan observeren, hoe men dit best doet en wat het belang hiervan is.
  • Houd rekening met de diversiteit in je groep en maak de studenten hiervan bewust. Zorg ervoor dat ze weten wat het belang hiervan is en zelf de meerwaarde ervaren.
  • Hanteer alternatieve evaluatievormen.

Concrete inhouden & activiteiten

  1. Aanbieden instrumenten / kijkwijzers om breed te observeren
    1. DISCO – DiversiteitsSCreeningOnderwijs, Steunpunt Diversiteit en Leren. DISCO omvat instrumenten voor het basis- en het secundair onderwijs. De instrumenten op leerlingniveau zijn bruikbaar voor het ontwikkelen en waarnemen van de competentie omgaan met diversiteit bij leerlingen. Deze instrumenten omvatten namelijk observatie- en evaluatie-instrumenten met bijbehorende activiteiten om leerlingen te screenen op het vlak van de competentie “omgaan met diversiteit”.
    2. Verstraete, E., Gerinckx, L., Blaton, L. & Verley, V. (2010). Coachingspakket “Zie (je) wat ik kan?!”.Universiteit Gent: Steunpunt Diversiteit en Leren.
      • Module “breed observeren”: “Competenties” en “Hoe leren leerlingen?”
      • Module “evalueren om te leren”: “Kijkwijzer techniek” en “Observatie sleutelcompetenties”
    3. Ernalsteen, Veerle (2004) Peper en zout. Bronnenboek voor intercultureel leren in de basisschool. Universiteit Gent, Steunpunt ICO Module breed observeren.
    4. JongerenBeeldInstrumentSteunpunt GOK: Het JongerenBeginbeeldInstrument voor het eerste jaar secundair onderwijs is bedoeld om vanuit verschillende invalshoeken een juist beeld op te hangen van de mogelijkheden van jongeren en om op zoek te gaan naar hun talenten.
    5. Observatie-instrument tso - bso Steunpunt GOK
  2. Aanbieden instrumenten om te reflecteren op de mate waarin men breed observeert
    1. Verstraete, E., Gerinckx, L., Blaton, L. & Verley, V. (2010). Coachingspakket “Zie (je) wat ik kan?!”.Universiteit Gent: Steunpunt Diversiteit en Leren. i. Module “breed observeren”: “Observeer ik nu eigenlijk al breed?”
    2. Ernalsteen, Veerle (2001) ICO-mobiel. Handreiking voor een interculturaliseringstraject. Gent: Universiteit Gent, Steunpunt ICO
      - Bronnenkaart 5: “Breed observeren” p29 - 31
    3. Sierens, Sven & Hilde Van Lysebettens (2002) De ICO-scoop. Instrument voor zelfevaluatie van intercultureel onderwijs in basisscholen. Universiteit Gent, Steunpunt ICO Screeningslijst – Hoe intercultureel is de lespraktijk?
      - Aspect 1: “Ruimte laten aan of stimuleren van verschillende omgangsvormen, interesses,… van kinderen p 34 – 35
      - Aspect 5: “Observeren”, p 42 - 43
    4. Van Lysebettens, Hilde (2002). ICO-ON Werkmap voor interculturalisering van secundaire scholen. Universiteit Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs. Screeningslijst – Hoe intercultureel is de lespraktijk?
      - Facet 1: “Omgangsvormen, vaardigheden en interesses van jongeren”, p 72 -73
      - Facet 2: “Breed verkennen”, p 74 - 75
    5. Vleurick, A. & Paelman, F. (2005). De kracht van de leerkracht. Leren werken met CLIM. Antwerpen: De Boeck nv.
      - Rotatieles 4: De rol van de leerkracht. De leerkracht als coach.
      - Rotatieles 5: Werken met wisselende status. Iedereen gelijk?
  3. Aanbieden methodieken zodat men breed kan observeren
    1. Ernalsteen, Veerle (2001) ICO-mobiel. Handreiking voor een interculturaliseringstraject. Gent: Universiteit Gent, Steunpunt ICO
    2. Paelman, Filip (2004) CLIM-wijzer voor het lager onderwijs. Gewijzigde tweede druk. Antwerpen: Uitgeverij De Boeck
    3. Paelman, Filip (2004) CLIM-wijzer voor het secundair onderwijs. Antwerpen: Uitgeverij De Boeck
    4. Paelman, Filip (2007). CLIM – Klein, klein CLIMmertje. Antwerpen: Uitgeverij De Boeck
    5. Vleurick, A. & Paelman, F. (2006) Een CLIMrek naar intercultureel leren. Tweede druk. Antwerpen: Uitgeverij De Boeck
    6. Interactieve werkvormen,Steunpunt GOKg.
    7. http://www.vormen.org/
    8. Vormen vzw, overzicht activiteiten educatief pakket "Allemaal anders, allemaal gelijk".
    9. Zie competentie “diversiteit integreren in het totale onderwijsleerproces van jongeren en kinderen

       

  4. Als lerarenopleider heb je zelf aandacht voor de diversiteit in de groep en geef je de studenten aan waarom en hoe je dit doet. Vanuit deze reflectie formuleer je samen met de studenten manieren / tips om om te gaan met diversiteit als leerkracht.
  5. Analyse beeldmateriaal en nabespreking
  6. Integratie in praktijkopdrachten en stage
    1. Observatie-opdracht in verschillende settings
    2. Duo-stages => multiperspectiviteit bevorderen
    3. Alternatieve stages voorzien bvb. huiswerkbegeleiding waarbij studenten de kans krijgen om contacten te leggen met ouders en leerlingen in hun thuissituatie.
  7. Aanbieden van inhouden die ervoor zorgen dat studenten weten waarop ze kunnen letten:
    1. Breed observeren: zie punt 1.b.
    2. Aanbrengen aandachtspunten bvb. veiligheid, financiële situatie, taalvaardigheid, religiebeleving, ...
    3. Kennis verschillende problematieken bvb. dyslexie, dyscalculie, ADHD, ...
    4. Aandacht voor culturen (ook subculturen)
    5. Status bevorderen
    6. Groepsdynamica
      • Roos van Leary
        Binnen groepsdynamica gaan we bepaalde zaken toepassen op de studenten zelf. Zo hanteren we bvb. de roos van Leary om na te gaan wat eigen voorkeurhoudingen en voorkeurhoudingen van medestudenten zijn.
      • Axenroos.
    7. Conflicthantering
  8. Breed evalueren: zie competentie “diversiteit integreren in het totale onderwijsleerproces van jongeren en kinderen

Uitwerking

Lenny Gerinckx

Projectmedewerker  “Bruggen bouwen voor gelijke onderwijskansen”, Steunpunt Diversiteit en Leren

Bronnen:

De uitwerking kwam tot stand i.s.m. de lerarenopleidingen van de partnerinstellingen van het project “Bruggen bouwen voor gelijke onderwijskansen”.